Buladó is een prachtig meeslepend drama van regisseur Eché Janga, mede geschreven door Esther Duysker. En, op vrijdag 2 oktober 2020 wordt dat bevestigd met de GOUDEN KALF voor beste film. Terecht.
Tiara Richards, Everon Jackson Hooi (‘Bing’ uit GTST) en Felix de Rooy (o.a. acteur, regisseur, theatermaker) weten je mee te nemen in de emotionele rollercoasters waar ze alle drie in zitten. Het is een arthouse film die qua sfeer doet denken aan andere prachtige films als If Beale Street Could Talk en Beasts Of The Southern Wild maar dan met Afro Caribische mystiek als kers op taart. Zoals Janga zelf beschrijft is de film ‘een verbastering van een oude slavensaga’ die van generatie op generatie in zijn familie werd doorgegeven.
Kijktip: hou tissues bij de hand.
Het verhaal gaat over de elfjarige ‘Kenza’ die samen met haar vader en opa woont in Bandabou, op Curaçao. Gedurende de hele film zien we Kenza, haar vader Ouira en haar opa Weljo worstelen met hun emoties, alle drie op hun eigen manier. Je ziet de worsteling van een meisje dat de moeder mist die ze nooit gekend heeft en haar vader die rouwt om zijn vrouw en die dat geen plek weet te geven in de relatie met zijn dochter. Dan is er nog een opa die worstelt met de Hollandse nuchterheid van zijn zoon.
Het bijzondere aan Buladó is dat met weinig woorden heel veel verteld wordt. In de stilte speelt alles zich af en krijgt het verhaal steeds meer diepgang. De stiltes doen denken aan de eenzaamheid die je voelt wanneer je afscheid moet nemen, of rouwt. Eigenlijk komt het daarop neer in deze film: Verlies, rouw en acceptatie.
Wat doe je als een naaste van jou in rouw is? Kan jij omgaan met het verdriet van iemand van wie je houdt? Bied je troost of houd je afstand? Praat je over je emoties, of hou je die voor jezelf?
De manier waarop Kenza en Ouira omgaan met hun emoties is herkenbaar. Zoals de moeite die Ouira heeft om het verlies van zijn vrouw te bespreken met zijn dochter. Het lukt hem gewoonweg niet erover te praten. Zelfs niet wanneer hij een spijbelende Kenza vindt op het kerkhof bij het graf van haar moeder. In stilte rijden ze naar huis.
Hoe herkenbaar! Dat we het gewoon niet hebben over dat wat zonder twijfel in de lucht hangt. Of, wanneer je zegt dat het wel gaat terwijl de tranen in je ogen staan. Die situaties waarin over sommige zaken gewoon gezwegen wordt, al helemaal wanneer je jong bent. Zelfs al begrijpt Ouira dat zijn dochter het moeilijk heeft zonder moeder, dan nog schreeuwt hij haar wanneer ze haar moeders kam voor hem brengt om haar haren mee te kammen. Hij wordt overspoeld door zijn eigen verdriet en sluit zich af in de kamer van zijn vrouw.
Buladó is bijzonder om nog een reden. De mystiek die verweven is in het verhaal. Opa Weljo legt en draagt de gebeurtenissen des levens op een spirituele manier uit. Met openlijk respect voor zijn voorouders, de natuur en zijn vrijheid. En net als in het echte leven zijn er weer andere mensen, Ouira in dit geval, die het af willen doen als bijgeloof.
Who is to say who’s right?
Ik ga niks meer zeggen. Je moet de film zelf zien.
Het is heerlijk om deze, onze, geschiedenis, op zo’n artistieke manier die van respect getuigt op het grote doek gepresenteerd te krijgen. Smaakt naar meer!
P.s.
Buladó gaat over een éénouder-gezin van Curaçaose afkomst dat geleid wordt door een liefdevolle vader. Een beeld dat wat mij betreft vaker getoond mag worden.
~Vliegende vissen, verdrinken niet~